Koeltechniek is een verzameling van technische oplossingen om ruimtes, voorwerpen en stoffen af te koelen en koel te houden, door er warmte aan te onttrekken en deze op een andere plaats weer af te geven.
In grote lijnen kan koeling op twee verschillende manieren plaatsvinden:
Als het gaat over het afkoelen tot extreem lage temperaturen spreken we over cryogene techniek. In Nederland heeft een aantal bijzonder vooraanstaande wetenschappers werk verricht aan deze techniek, in het bijzonder Heike Kamerlingh Onnes.
Warmtepomp of koelmachine
Thermodynamische warmtepompen en koeltechniek cycli zijn de wiskundige modellen voor warmtepomp en koelkasten. Het verschil tussen de twee is dat een warmtepomp gemaakt is om iets op te warmen of warm te houden terwijl een koelmachine gemaakt is om iets af te koelen. In essentie is een koelmachine ook een warmtepomp.
Het "hart" van een koelkast is een warmtepomp: de koelende werking berust op de verdamping van een vloeistof, in de verdamper door het vernevelen van de vloeistof waarbij verdampingswarmte aan de omgeving wordt onttrokken. De damp wordt in een compressor weer samengeperst en daarna vloeibaar gemaakt onder het vrijkomen van warmte die via een warmtewisselaar of buizenstelsel in de vorm van een rooster (de condensor) aan de omgeving wordt afgegeven.
Aanvankelijk werd als koudemiddel ammoniak, zwaveldioxide of methylchloride gebruikt, later veelal chloorfluorkoolstofverbindingen (CFK's) zoals Freon R-12, R-22, R502. Toen men zich bewust werd van de schadelijke werking hiervan op de ozonlaag zijn deze verboden geworden. Er is gezocht naar alternatieven. Tegenwoordig wordt daarom gebruikgemaakt van andere moderne koudemiddelen, HFK's (fluorkoolwaterstoffen) zoals R-134a en alkanen zoals propaan. De nu nog alom gebruikte term "freon" voor koudemiddelen is sinds de invoering van de HFK's niet meer correct.
Andere vormen
Andere manieren om te koelen zijn: